Het gevaar van teveel buikvet
Een teveel aan buikvet kan problemen met zich meebrengen voor de gezondheid, zoals diabetes en hartkwalen. Wees je bewust van voldoende bewegen en gezond en gevarieerd eten om dit te beperken.
Vet is niet zomaar vet. Hoewel de nadruk wordt gelegd op fors overgewicht, zijn er al gezondheidsrisico’s wanneer je niet extreem veel overgewicht hebt, maar toch een grote buikomvang. Er zijn 2 soorten vet te onderscheiden, namelijk het subcutane vet en het viscerale vet (buikvet).
Functie van buikvet
Buikvet werkt als een soort chemische fabriek. Het maakt hormonen aan en ontstekingsbevorderende stoffen. Het subcutane vet zit onder de huid en kan in principe geen kwaad. Daarnaast heb je het viscerale vet, ook wel buikvet, dat je organen beschermt. Dit is namelijk in de buik en rond de buikorganen aanwezig. Het speelt een rol bij onder andere hartkwalen, diabetes en een vroegtijdige veroudering. Dit blijkt onder andere uit onderzoek van Gokhan Hotamisligil, professor of Genetics and Metabolism. Een teveel aan buikvet ontregelt sneller je hongergevoel, waardoor eetbuien op de loer liggen.
Als je vaak voeding neemt met veel vet- en koolhydraten (suikers, zetmeel), en je verbruikt die calorieën niet door te bewegen, dan wordt het als reserve in het vetweefsel opgeslagen. Op den duur is er meer vet dan er in de bestaande vetcellen onder de huid kan worden opgeslagen. Daardoor gaat het lichaam extra vet in de buikholte opslaan. Er ontstaat als het ware een nieuw orgaan, het buikvet. Dit kan leiden tot het metabool syndroom: een proces van toenemend buikvet in combinatie met gezondheidsklachten.
‘We can all put weight on or lose weight’
Buikvet verminderen
Met duursport raak je sneller buikvet kwijt. Dit komt namelijk eerder vrij dan het onderhuidse vet. Daarnaast is het belangrijk om stress aan te pakken, omdat cortisol de opname van glucose in de spieren stopzet waardoor er meer insuline wordt aangemaakt. Dit kan er mede voor zorgen dat je insulineresistent raakt, waardoor afvallen alleen nog lukt met de combinatie van weinig koolhydraten, veel eiwitten en intensief bewegen. Je lichaam reageert dan namelijk minder op insuline, waardoor je minder energie, meer dorst en meer trek in zoetigheid kunt ervaren. Met meer bewegen en eten met minder vet maak je het lichaam weer gevoeliger voor insuline.
Een ‘buikje’ betekent niet meteen dat je teveel buikvet hebt. Die kans is groter wanneer je een appelvormig figuur hebt. Uiteindelijk moet je enkelvoudig onverzadigde vetten (zoals vis, noten en groente) ook zeker niet beperken. Om het metabool syndroom te doorbreken is het juist belangrijk om meer te bewegen, en je te richten op een gevarieerd en gezond eetpatroon.