Jezelf overschatten op het werk: een vloek of een zegen?
Gemiddeld beoordelen we onze collega’s minder hoog dan onszelf. Dit heeft te maken met zelfoverschatting: het hoog inschatten van je eigen kunnen, dat soms verder reikt dan eigenlijk gezond is. Maar waar ligt de grens?
Uit onderzoek van Intermediair blijkt dat veel werknemers zichzelf een hoger rapportcijfer geven dan hun naaste collega of leidinggevende: gemiddeld een 8 of hoger. Ook zijn ze zeer tevreden over hun prestaties op het werk. Welk nut heeft het om jezelf (te) hoog in te schatten?
Altijd de beste zijn
De werkdagen als bescheiden grijze muis zijn voorbij. Tegenwoordig is het belangrijk om een goed verhaal over jezelf te verkopen en met kop en schouders boven de rest uit te steken. Alleen dan bén je echt iemand.
Dit heeft ook een keerzijde. Volgens cultuurfilosoof Maarten Coolen wordt de kans op een burn-out groter als je het verhaal over je eigen identiteit niet meer kunt volhouden. Je overschreeuwt jezelf als het ware. ‘’Kijk eens wat ik kan!’’
Dat is niet vreemd. Het zit een beetje in de aard van het beestje om de beste te willen zijn. In deze maatschappij worden talenten belangrijker dan hapklare diploma’s. Precies weten wie je bent en wat je te bieden hebt, is het nieuwe ideaal. Daar komt bij dat je eigen manier van dingen doen, bewust of onbewust, vaak de beste manier is. Althans, volgens jezelf. Collega’s zien dat weer heel anders.
De invloed van persoonlijkheid en ervaringen
Dit heeft te maken met zelfoverschatting, wat volgens hoogleraar Psychologie prof. dr. Paul van Lange een evolutionaire reden heeft. Ook al klinkt het in de eerste instantie negatief: positief zijn over jezelf is een manier om goed met tegenslagen om te kunnen gaan. Het geeft energie. Als het een dag wat minder gaat, wil je natuurlijk niet meteen bij de pakken neerzitten. Na vallen komt opstaan.
De manier waarop je je eigen kunnen beoordeelt, is onder andere afhankelijk van je persoonlijkheid. Je persoonlijkheid bepaalt grotendeels hoe jij je voelt en functioneert op het werk. In welke mate ben je zorgvuldig, extravert, kun je reflecteren en omgaan met feedback? Werk je liever samen of alleen?
Daarnaast bepalen je levenservaring en opvoeding of je jezelf hoog inschat. Ook je positie op de arbeidsmarkt heeft invloed. Heb je meegekregen dat je het altijd goed doet en ken (of duld) je weinig tegengas, dan kan dit leiden tot een grotere mate van zelfoverschatting.
Wanneer zelfoverschatting teveel wordt
Zelfoverschatting lijkt een positieve insteek te hebben, maar het bruggetje naar een structureel onrealistisch beeld is heel snel gemaakt. Mensen die denken dat ze de boel altijd onder controle hebben, zijn eerder geneigd om zichzelf beter te vinden dan anderen. Toch laten sommige zaken zich nu eenmaal niet sturen. En het gaat ook niet altijd zoals jij het wilt. Het is een illusie om te denken dat jou nooit pech zal overkomen.
Te hoge eisen aan anderen, jezelf en/of je doelen stellen is vaak een gevolg van een zeer onrealistisch beeld. Bovendien loop je daarmee het risico dat anderen je gaan mijden of niet meer in je geloven. Dat kan resulteren in eenzaamheid, een gevoel van afwijzing en het gevoel dat je opgebrand raakt.
Conclusie: een rooskleurig beeld van jezelf hebben is niet erg. Het is beter dan dat je denkt dat het allemaal toch niet gaat lukken. Dat doet je energielevel en motivatie namelijk weinig goeds. In die zin is zelfoverschatting dus heel nuttig. Pas alleen op dat het niet doorslaat in onrealistisch optimisme, arrogantie en narcisme, waardoor anderen je uit de weg gaan en je het ook voor jezelf onmogelijk maakt.