

Train snelheid én uithoudingsvermogen met fartlektrainingen
De naam fartlektraining klinkt misschien wat raar, maar het is een goede manier om zowel te werken aan je snelheid en uithoudingsvermogen tijdens het sporten. Daarnaast kunnen dit soort trainingen het sporten ook leuker maken.
Tijdens het hardlopen let je vaak op je snelheid, of op je uithoudingsvermogen. Wil je langere tijd aan één stuk door blijven rennen, of juist in zo weinig mogelijk tijd een zo groot mogelijke afstand afleggen? Dit principe hoeft niet alleen bij hardlopen te gelden, ook bij wielersporten of zwemmen kun je op snelheid of uithoudingsvermogen letten. Door te doen aan fartlektraining kun je beide combineren.
Wat is fartlek?
Fartlek is Zweeds voor snelheidsspel (in Nederland ook wel bekend als vaartspel). Het is ontwikkeld door de Zweedse coach Gösta Holmér in de jaren 30 van de 20ste eeuw. Zijn doel was om uithoudingsvermogen en snelheid te combineren in een training. Het doel is om continu in beweging te blijven, met wisselende snelheden en intensiteiten. Zo mag de atleet zelf bepalen wanneer hij of zij versnelt en vertraagt, zolang de atleet maar niet stil gaat staan. Omdat er geen vaste afstand of tijd is die je moet halen, kun je ook zelf bepalen hoe snel en ver je rent. Dit zorgt ervoor dat beginnende renners veel baat halen uit fartlek, aangezien ze op deze manier niet te snel de lat te hoog leggen.
Gebruik je omgeving
Veel sporters vinden de vrijheid om zelf te bepalen wanneer ze versnellen en vertragen prettig. Daarnaast wen je op deze manier ook aan onregelmatigheden tijdens het sporten, die bijvoorbeeld door de omgeving veroorzaakt kunnen worden. Bij een fartlektraining kan de omgeving ook gebruikt worden om beslissingen te maken tot versnellen of vertragen. Denk hierbij aan continu versnellen of vertragen na het passeren van verkeersborden, of een ander tempo aanhouden bij het wisselen van het soort grond onder je voeten.
Teamtraining
Je kunt een fartlektraining ook met meerdere mensen doen. Eén iemand bepaalt voor enige tijd het tempo, daarna wissel je af. Je weet dus nooit wat de tijdelijke ‘leider’ voor tempo gaat aanhouden, en hoe lang hij dat zal doen voordat het tempo weer versnelt of vertraagt.